Opb. 1:1. g3

In mijn vervolgstudie over Opb1:1. ben ik door verwezen naar allerlei verwijsteksten en die verwijsteksten waren op zichzelf weer aanleiding om verder te studeren, waarbij Opb. 1:1. steeds mijn ankerplaats bleef, met als thema 'Openbaring.' Zo ook op deze pagina, waar ik mij had voorgenomen de volgende verzen nog eens weer te geven, maar nu met mijn eigen woorden. Want ik denk dat er nog meer in zit. Ik hoop het volgende Bijbelgedeelte dus nog wat verder uit te melken.

Wat was er nog niet geopenbaard?

1 Petrus 1: 10-12.

SV. [9] Verkrijgende het einde  uws  geloofs, namelijk de zaligheid der zielen.

NBV. omdat u het einddoel van uw geloof bereikt: uw redding. 

AJB. Het is de bedoeling dat zij die door dit woord aangesproken zijn en worden, het eindpunt van hun geloof zullen bereiken, door hun redding in de vorm van de zaligheid van hun zielen. Dit is het eeuwige geluk, bij en in gemeenschap met God en Jezus Christus, Zijn Zoon.   

SV. [10] Van welke zaligheid ondervraagd en onderzocht hebben de profeten, die geprofeteerd hebben van de genade, aan u geschied; 

NBV. Wat die redding inhoudt, trachten de profeten te achterhalen toen ze profeteerden over de genade die u ten deel zou vallen.  

AJB. De profeten die ons eeuwig geluk eerst hebben aangekondigd hoopten iets meer zicht te krijgen op het geen wij door Gods genade zouden verkrijgen. Het gaat dan om een speciale genade bestemd voor de discipelen van Jezus en niet voor bijvoorbeeld de profeten die dit heil eerst hebben aangekondigd.

SV. [11] Onderzoekende, op welken of hoedanige tijd de Geest van Christus, Die in hen was, beduidde en te voren getuigde, het lijden, dat op Christus komen zou, en de heerlijkheid daarna volgende.

NBV, Zij probeerden vast te stellen op welke tijd en op welke omstandigheden Christus Geest, die in hen werkzaam was, doelde toen deze voorzegde dat Christus zou lijden en daarna in Gods luister zou delen.

De profeten probeerde vast te stellen wanneer en hoe de uitwerking van hun woorden zou plaatsvinden.

SV. [12] Denwelken geopenbaard is, dat zij niet zichzelven, maar ons bedienden deze dingen, die u nu aangediend zijn bij degenen, die u het Evangelie verkondigd hebben door den Heiligen Geest, Die van den hemel gezonden is; in welke dingen de engelen begerig zijn in te zien.

NBV. Er werd hun geopenbaard dat deze boodschap niet voor henzelf bestemd was maar voor u - de boodschap die u nu verkondigt is door hen die u het Evangelie hebben gebracht, gedreven door de Heilige Geest die van uit de hemel werd gezonden. Het zijn geheimen waarin zelfs de engelen graag zouden doordringen.

AJB. Zij kwamen er achter dat dit specifieke heil niet voor hen zelf bestemd was maar voor de discipelen van Jezus. Met deze  discipelen wordt dan bedoeld alle gelovige na de uitstorting van de Heilige Geest. Maar het is wel opmerkelijk dat deze profetieën door de profeten werd gezien als iets wat niet voor hen bedoelt was. Zij, die profeten dus, delen ook in Godsheil maar kennelijk op een andere manier  als wij. hieruit zou men toch kunnen afleiden dat er een verschil is tussen het oude en het nieuwe verbond, en de uitwerking daarvan.