AJB en Opb. 1:1. C

Opbaring 1:1 met kanttekening 4 Bij de Statenvertaling.

SV. De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te tonende dingen die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienst knecht Johannes te kennen gegeven heeft.  

NBV. Openbaring van Jezus Christus, die Hij van God ontving om aan de dienaren van God te laten zien wat er binnenkort gebeuren moet.  

Vertalingen.

Nu wij deze twee vertalingen  boven elkaar hebben gezet valt mij iets op. In de SV. gaat het over Zijn dienstknechten. Volgens mij worden daar mee de dienaars van Jezus mee bedoeld. Natuurlijk dienen de mensen die Jezus Christus dienen als hun  Heer en God ook als vanzelf God de Vader. Maar zij doen dat wel vanuit hun verbondenheid met Christus. anders gezegd; zij dienen God in Christus. Buiten Christus om kunnen wij God niet dienen. Buiten Christus zijn wij onrein, ongeschikt, en onaanvaardbaar voor God van wege onze zonden. en dan zouden wij niet in de dienst van God kunnen functioneren. Dus dan denk ik dat in dit Bijbelvers de Statenvertaling beter is dan de Nieuwe Bijbelvertaling. 

Kanttekening 4 Namelijk niet alleen met woorden maar gezichten en afbeeldingen.

Johannes krijgt dus niet alleen maar wat te horen maar hij ziet daar ook beelden bij. Het is beeld en geluid wat Hij ervaart en daar heeft hij verslag van gedaan. Het merkwaardige is dat het er af en toe op lijkt alsof hij zelf  deel uit maakt van de voorstelling. Dan is het net alsof hij midden in de gebeurtenis aanwezig is. Dan zit hij niet op de eerste rij maar staat als het ware zelf ook op het podium. Soms krijgt hij de opdracht om alleen tekst aan ons door te geven. maar hij geeft ook beschrijvingen van dat wat hij ziet en ervaart  Dit maakt Johannes tot een getuige van gebeurtenissen die reeds hebben  plaatsgevonden in zijn tijd en die later zouden plaatsvinden. Het is algemeen bekend onder de Bijbellezers dat De deze Johannes (mogelijk is hij de zelfde als de apostel Johannes), dingen ziet en beleeft die vergelijkbaar zijn met de ervaringen van de profeet Daniël zoals wij dat kunnen lezen in het Oude Testament. 

Kantekening 5 Gaat over de dingen die haast geschieden moeten.

De kanttekenaren benadrukken dat de dingen die spoedig moeten gebeuren betrekking hebben op die zaken waar mee het boek Openbaring begint. Dat zou kunnen betekenen dat de eerste dingen die spoedig moeten gebeuren, beginnen bij wat er geschreven staat in de zeven brieven aan de christelijke in het gebied van Klijn Azië. 

Deze tekst over de dingen die spoedig moeten gebeuren zou aanleiding kunnen zijn tot vragen over de duur van wat onze tekst spoedig noemt. Ik bedoel, wat is spoedig als we nu al ongeveer twee duizend jaar verder zijn en al deze dingen hebben nog steeds niet allemaal plaatsgevonden. Stel dat Openbaring 1:1. zou spreken over de dingen die spoedig een aanvang zullen nemen , dan zou ik met de kanttekenaren kunnen in stemmen, maar nu heb ik het gevoel dat er iets niet klopt. Ik begrijp het dus niet.  Daarom bid ik:

Hemelse Vader ik kom tot u met een vraag in mijn gebed. Hoe kan het zijn dat de dingen die ongeveer twee duizend jaar geleden spoedig moesten gebeuren nu nog niet volledig hebben plaatsgevonden? Ik bid of u het mij wil zeggen in Jezus Naam, Ik dank u voor de antwoorden die U geeft en de verhoring van onze gebeden, amen. 

De kanttekenaren komen nog met een verwijs tekst.

2 Petrus 3:8-9.

SV. [8] Doch deze ene zaak zij u niet onbekend geliefden. Dat één dag bij de HEERE is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag.

NBV. Eén ding mag u niet over het hoofd zien geliefde broeders en zusters: Voor de HEER is een dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag.

SV [9] De HEERE vertraagt de belofte niet (gelijk enige dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enige verloren gaan maar dat zij allen tot bekering komen.

MBV. De HEER is niet traag met het nakomen van Zijn belofte, zoals sommige menen; Hij heeft alleen maar geduld met u, omdat hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat.

Zoals ik het nu zie is deze verwijs tekst geen antwoord op mijn vraag. om dat openbaring 1:1 niet geschreven is voor De alwetende God maar voor ons, dus ook voor mij en voor mij is duizend jaar niet als één dag en één dag niet als duizend jaar.