1 Korinthe 3:4-5.
Paulus zoekt geen aanhangers maar eenheid in de christelijke gemeente. Verdeeldheid hoort volgens hem bij deze wereld.
1 Korinthe 3:4-5.
Statenvertaling: [4] Want als de een zegt: Ik ben van Paulus; en een ander ik ben van Apollos; Zijt gij dan niet vleselijk? [5] Wie is dan Paulus, en wie is Apollos, anders dan dienaars, door wie gij geloofd hebt, gelijk de Heere aan een iegelijk gegeven heeft?
Nieuwe Bijbelvertaling. [4] Wanneer de een zegt: Ik ben van Paulus,' en de ander: 'Ik ben van Apollos,' Bent u dan niet als alle andere mensen? [5] Wat is Apollos eigenlijk? En wat is Paulus. Zijn zij niet meer dan dienaren die u tot geloof hebben gebracht. Beiden op de wijze die de Heer hun heeft geschonken
Ziet u wat ik zie? Hoe deze twee vertalingen elkaar aanvullen? Wat de Statenvertaling vleselijk noemt beschrijft de nieuwe vertaling als het zelfde als alle andere mensen. Dus als wij vleselijk zijn dan zijn we onveranderd, net als de rest van de wereld. Dus dan reageren we net als iedereen. Zo als dat in onze samenleving gebruikelijk is. Paulus hoopt dus eigenlijk dat we zo niet meer zullen denken en doen. Hij zou wel willen dat we inmiddels veranderd zijn.
Ik maak toch ook nu weer gebruik van twee vertalingen.
Efeze 4:23-24.
SV. [23] En dat gij zoudt vernieuwd worden in de geest uws gemoeds, [24] en de nieuwe mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Gemoed is dat wat je innerlijk voelt.
NBV. [23] Laat u voortdurend vernieuwen in uw geest en uw denken [24] en trek de nieuwe mens aan, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.
Door dat wij anders zijn gaan denken door de beïnvloeding van de Heilige geest zou je verwachten dat de persoon van de voorganger niet meer zoveel indruk maakt op de gelovigen. Want of het nu Paulus betreft of Apollos, zij geven slechts door wat ze van God ontvangen hebben.
Daarbij valt op dat het hier ook gaat om uw en mijn verantwoordelijkheid. Want in de Statenvertaling wordt gezegd dat wij de nieuwe mens aan moeten doen, of zoals de nieuwe vertaling zegt: trek de nieuwe mens aan. Het is net alsof je een nieuw kostuum aantrekt. Als of je ergens in gaat zitten, namelijk in de nieuwe mens. Enerzijds is die nieuwe mens, volgens de staten vertaling naar God geschapen. Dat wil zeggen, die nieuwe mens lijkt op God dus dat is iets wat wij niet kunnen doen. Want God is de schepper. Maar dat wat God geschapen heeft daar moeten wij ons zelf mee bekleden. De vraag is, hoe doe je dat? Hoe trek ik de nieuwe mens aan? Ik probeer dat duidelijk te maken met een radio. Je kunt je radio afstemmen op één bepaalde zender maar je kunt ook regelmatig wisselen van zender. U kunt wisselen tussen het station van God en het station van deze wereld. U begrijpt dat beide stations een verschillend programma uitzenden. De vraag is waar zijn wij op afgestemd? Dus wij hebben de taak om op Godgericht te leven of ons hart en onze gedachten af te stemmen op Godswoord en Zijn Heilige Geest.
1