AJB. en Opb.1:1 en Kanttekening 3
SV. De openbaring van Jezus Christus, die God (3) hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te tonen die dingen die haast geschieden moeten; en die Hij door Zijn engel gezonden heeft en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft;
Kanttekening (3) Bij de Statenvertaling. Namelijk Jezus Christus als middelaar en ten opzichte van zijn menselijke natuur. Want als de eeuwige God is Hij van een zelfde wezen en alwetendheid met de vader; maar als middelaar ontvangt Hij de orde en het bevel, en naar zijn mensheid ook zelfs de kennis der dingen, die tot uitvoering van Zijn middelaars ambt en tot zaligheid van Zijn gemeente nodig zijn. Zie Joh. 1:16 en 3:31-32. enz.
Laat ik eerst beginnen met het weergeven van mijn bezwaren tegen deze redeneringen. Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen Jezus als God die als zodanig deel uitmakend van de Drie-eenheid en Jezus als mens en middelaar. Daarom en daarover wil ik bidden.
'Vader in de hemel als ik genade gevonden heb in Uw ogen geef mij dan genadig onderwijs waar uit blijkt dat er een soort twee deling is tussen Jezus als God en Jezus als mens/middelaar. Maar als dat niet het geval is en onze HEER Jezus één is in zichzelf en er geen tweedelling in hem is die scheiding maakt tussen Jezus als Zoon van God en Jezus als Zoon des mensen, Maak het mij dan, om wille van Uw genade, duidelijk, om Jezus wil, amen.'
Volgens mij en voorzever ik het weet is die scheidslijn er niet. Daar mee zou ik willen zeggen dat de HEER Jezus geen twee-eenheid is in zichzelf die aan de ene kant alwetend is en aan de andere kant Goddelijke informatie nodig heeft om te begrijpen wat Hem te doen staat en wat Hem te wachten staat. Als ik het goed zie, dan zou dat betekenen dat er maar één Jezus is en geen twee die één zijn. Dus wat Jezus weet dat weet Hij als mens en als Zoon van God en als middelaar. Nergens in de Bijbel vinden wij onderwijs waar uit zou blijken dat er enige vorm van scheiding is tussen Jezus als Mens/middelaar en Jezus als Zoon van God, die ook gewoon God genoemd wordt. Maar als het anders is dan hoop ik dat de goede God mij zoveel genade geeft dat Hij mij zal corrigeren door Woord en Geest.
Beschuldiging.
Ik beschuldig de Theologie er van dat zij vaak problemen zien en vragen hebben die ze tegen komen in de Bijbel. Door deze vragen en problemen nog eens diep en uitgebreid theologisch te doordenken proberen zij tot een oplossing te komen om hun eigen vragen te kunnen beantwoorden. Waarom zijn het hun eigen vragen? Het gaat hier om de eigen, menselijke vragen die ontstaan in de wijze koppen van de theologen, want deze vragen worden in de heilige schrift niet gesteld en dus ook niet beantwoord. De almachtige en alwijze God openbaard ons die zaken door Woord en Geest die Hij aan ons bekend wil maken. Menselijke inzichten die daar boven uit willen gaan horen niet in de verkondiging van Gods woord thuis en zijn als zodanig onbetrouwbaar.